Uitspraak in het Plat: /baŋmɔːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bang·ma·ker
Pluralis: Ban­g­ma­kers m de Ban­g­ma­ker
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bang + Maker