Uitspraak in het Plat: /slɛɪ̯tbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sleet·boom
Pluralis: Sleet­bööm m de Sleet­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Sleet­bo­men m de Sleet­boom
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Boom